184
donderdagavond 9 november
Huub's verwanten en zijn beste vrienden hebben een eigen leven, dat in wezen onaangetast blijft door zijn dood.(meer)
donderdagavond 9 november
Huub's verwanten en zijn beste vrienden hebben een eigen leven, dat in wezen onaangetast blijft door zijn dood.donderdagavond 9 november
Mensen zeggen me vaak deze weken dat ze vinden dat ik dingen naar me toe trek. Dat ik alles maar steeds zelf wil doen, terwijl zij dingen over zouden willen nemen om mij te ontlasten.donderdagavond 9 november
Om halfzes wordt hij wakker, vlak voor het journaal. Ik heb intussen de openhaard aangemaakt en kaarsen aangestoken. "Hè, wat heb je het lekker gezellig en warm gemaakt", zegt Huub.donderdag 9 november
Later, als we weer alleen zijn en hij weer even boven komt drijven, vraag ik hem of hij er niet gewoon heel veel moeite mee heeft om steeds afhankelijker te worden. "Ja", zegt hij.donderdag 9 november
Het stomme is intussen dat anderen wel allemaal dingen met hem mogen doen, dingen waar ik steeds geweldig van hem voor op mijn flikker krijg.donderdag 9 november
Zijn zus zegt tegen me, dat ze het toch anders zou doen dan ik. "Als iemand waar ik zo van houd doodgaat, mag hij van mij zo egoïstisch zijn als'ie wil," zegt ze, "dan zou ik zelf er niet meer toe doen, ik zou mezelf wegcijferen, ik zou alleen nog maar zorgen dat hij het fijn heeft."donderdag 9 november
Huub heeft zijn ogen dichtgedaan en wil er blijkbaar niet meer over praten.donderdag 9 november
Huub is stil, denkt na, dat kan ik zien. Beseft hij dat ik gelijk heb en dat hij dus moet kiezen: ziekenhuis of Alma? De afspraak tussen ons was aan het begin: ik help jou, jij helpt mij. Weet hij dat nog? Kan hij dat nog weten, nu hij zo doodziek is? Overvraag ik hem niet?donderdag 9 november
Ik meen het echt. Als Huub niet meer op mij vertrouwt, mij echt niet meer wil, kan hij alleen maar terug naar het ziekenhuis. Hij hoort daar eigenlijk allang, al vanaf het begin eigenlijk.donderdag 9 november
Ik leg Huub nog eens zo rustig mogelijk uit dat we allebei in deze rotsituatie zijn gekomen door die kanker. Dat ik hem niet meer kan helpen als hij zijn, op zich begrijpelijke, frustraties op mij blijft projecteren en zo rot tegen me doet.donderdag 9 november
Als ik mezelf weer onder controle heb en beneden kom, zie ik nog net in een flits dat Huub bezig is het hele overloopslangetje van de maagsonde af te knippen.donderdag 9 november
De noodhulp komt niet opdagen, zit vast in een file, dus we wachten op de thuishulp. Die manoeuvreert er in een halve minuut een nieuwe maagsonde in. Maar ze trilt zo erg dat ik het vastplakken maar van haar overneem. Ze heeft geloof ik gewoon faalangst. Dat is helemaal niet nodig, raar mens, je doet het goed.donderdag 9 november
Om halfacht word ik wakker omdat Huub raar hoest. Ik ga kijken en zie dat de maagsonde er veel verder uithangt dan hoort.woensdagnacht 8 november
Nu, nu zie je het wel, Huub. Maar nu ga je dood, word je herinnering. Ook voor mij. Weet ik over een paar jaar nog hoe het was met jou? Ik ben zo bang dat ik dan alleen nog weet hoe ik het had gewild met jou en hoe het niet was.woensdagnacht 8 november
Zijn zus zegt, dat ze voor Huub een troon in de hemel wil. Ik vind dat teveel eer voor mijn lief. Ik neem hier op aarde diep mijn hoed voor hem af, echt.woensdagavond 8 november
Ik besluit in een opwelling een paar goede vrienden van Huub van vroeger, uit zijn agenda, te bellen.woensdagmiddag 8 november
De dominee die zich net heel trouw meldde, gaat onverrichter zake weer naar huis. De thuishulp komt en wil het infuussysteem vervangen. Ik vraag haar om Huub en zijn infuus maar even met rust te laten. Ze vindt dat ook beter. De vrouw van de apotheker komt met extra trombosekousen en wil een praatje aan de deur. Ik niet, sorry.woensdagmiddag 8 november
Om halftwee wordt hij pas wakker. Wiebelt met steun naar de wc, rookt een halve sigaret in de stoel. Staart. Staart.woensdag 8 november
Om iets na vijf uur maakt mijn vriendin me wakker en verdwijnt zelf nog voor een paar uur naar boven. Ik vind dat heel fijn zo met haar. Ze doet dat goed.dinsdagnacht 7 november
De thuishulp zei vanmiddag dat ze echt verbaasd was, dat hij er nog was. Mijn gevoel daarover donderdag klopte dus, toen ze hem een hand gaf - wat ze anders nooit doet. "En hij is nog zo onvoorstelbaar helder", zei ze. "Hoe bestaat het met zo'n grote dosis morfine?" Ja, dat is dus Huub.dinsdagavond 7 november
Net, op de wc, na het braken, begint Huub er zelf over. Hij zegt letterlijk: "Het is me sinds vanmiddag zo vreemd te moede. Jij begint in een andere wereld te leven dan mijn wereldje. Ik voel het en weet niet wat ik ermee moet. Ik kan je niet meer goed uitleggen wat er in mijn wereld gebeurt, Alma."dinsdagavond 7 november
Huub geeft geen antwoord. Hij is wel wakker, zie ik. Ik zit naar hem te kijken en het dringt tot me door dat hij het echt niet kan, wat ik zo verlang. Ik zou het zo graag willen kunnen snappen, maar op zulke momenten voel ik me zo alleen, zo misbruikt, voel ik dat ik voor mezelf van hem niks meer terug hoef te verwachten. Hij heeft dat gewoon niet in huis. Ik heb daar heel veel moeite mee.dinsdagavond 7 november
Dan 's avonds telefoon van zijn zus, die hem nog even welterusten wil wensen. Ze belt hem op de gsm. Huub prult daarna wat met de gsm en ziet dat een vriendin mij heeft gebeld en dat dat telefoontje volgens de display van de gsm nog niet beantwoord is.dinsdagmiddag 7 november
Het is echt te gek voor woorden dat Huub er zelf vanuit blijkt te gaan dat ik degene ben die steeds niet naar bed wil gaan, als een ander 'nachtdienst' heeft.dinsdagmiddag 7 november
Vanochtend zei Huub dat hij merkt dat hij zijn fijne motoriek verliest. Zijn grove motoriek raakt hij ook kwijt, maar dat merkt hij vreemd genoeg denk ik nog niet.