125

 

woensdag 1 november

Ik wil ineens niet beneden zijn. Blij dat ik even de kamer kan verlaten en dat Huub gezelschap heeft, kruip ik boven achter de computer. Dat komt bijna niet meer voor, zomaar iets voor mezelf gaan doen.

(meer)


 124

 

woensdag 1 november

De thuishulp komt. De goede. Hoort het verhaal over vannacht aan. Herkent wat Huub vertelt, over dat willen gaan lopen om jezelf te laten zien dat je nog leeft, controle hebt.

(meer)


 123

 

woensdag 1 november

Huub wordt ook wakker. Pas om elf uur. Koffie, krant. Hij is moe. Wil niet meer wassen. Alleen verschoond en deodorant. Okay.

(meer)


 122

 

woensdag 1 november

Wanneer wordt dit Huub onwaardig? Mensonwaardig?

(meer)


 121

 

woensdag 1 november, Allerheiligen

Vannacht maakte Huub me wakker. Hij was helemaal in paniek.

(meer)


 120

 

dinsdagnacht 31 oktober

Als het laatste bezoek weer weg is zie ik het ineens weer heel duidelijk: als Huub niet zou sterven, zou hij misschien wel nooit die vrede hebben bereikt die hij nu heel intens ervaart.

(meer)


 119

 

dinsdagavond 31 oktober

We eten samen wat van Bart's soep, Huub een paar hapjes dunne en gezeefde en ik dezelfde soep met inhoud. En dan komt Mieke, een van Huub's dierbaarste vriendinnen.

(meer)


 118

 

dinsdagavond 31 oktober

Axel en zijn vrouw komen laat in de middag en Huub wil ineens sherry. Okay. Dus zitten ze als vanouds samen aan de sherry, Axel en Huub. Twee terminale kankermannen en twee aanstaande weduwvrouwen.

(meer)


 117

 

dinsdag 31 oktober

De huisarts. Ziet het aan hier en ziet dat het goed is. Hij zal met de internist overleggen over het vochtprobleem. De benauwdheid komt van het vocht in Huub's buik dat tegen zijn diafragma drukt. Eventueel steunkousen en benen zo vaak mogelijk omhoog. Hij komt maandag weer.

(meer)


 116

 

dinsdag 31 oktober

Een rustige nacht en we worden om halfacht allebei tegelijk wakker. Huub maar even. Hij klaagt over pijn in zijn neus. Zit ook voortdurend aan zijn neus, als hij slaapt. Gisteren had hij ineens een bloedneus. Vreemd, wat zou dat zijn geweest?

(meer)


 115

 

maandagavond 30 oktober

Ik snijd ook het onderwerp "wanneer het allemaal te moeilijk wordt" even aan. Hij zegt niks, maar knikt. Teken dat hij daar ook mee bezig is.

(meer)


 114

 

maandag 30 oktober

Ik werd heel vroeg wakker. Stomme wintertijd ook. Huub slaapt nog. Zijn ademhaling gaat heel moeilijk, ik zie dat goed. Ik zit een tijdje bij hem, kleed me aan, zit weer een tijdje bij hem. Het waait nog steeds geweldig buiten.

(meer)


 113

 

zondagavond 29 oktober

Mensen uit de tweede cirkel, die al op bezoek zijn geweest, mogen vanaf nu niet nog eens komen, stel ik voor. Huub is het ermee eens.

(meer)


 112

 

zondag 29 oktober

Een rustige en gesmeerd lopende ochtend. Huub heeft vannacht zelf een morfinezetpil genomen, zie ik. Hij moet dus erge pijn hebben gehad. En ik merkte niets, ik sliep.

(meer)


 111

 

zaterdagnacht 28 oktober

Dit schrift, deze aangroeiende rij volgeschreven schoolschriften, is mijn behoud. Ik lees niets over, schrijf dagelijks op. Aan een stuk door, tussen alle bedrijven door. Niemand weet het of merkt het, wonderlijk genoeg. Er wordt nooit over gesproken of naar gevraagd. Mijn geheim behoud, mijn geheime hut. Het is een veilig idee geworden, te weten dat ik ergens alles heb opgeschreven. Nou ja, alles - veel.

(meer)


 110

 

zaterdagnacht 28 oktober

De herinneringen zijn al begonnen, voor hij dood is. Aan alles wat we gedachteloos deden en wat hij allang niet meer kan: lopen, autorijden, vrijen, eten, werken, de wereld bezitten. Is allemaal al herinnering. En verdriet daarom. Maar klaar zijn we nooit.

(meer)


 109

 

zaterdagnacht 28 oktober

Besef ik nou eigenlijk wel wat er gebeurt? Beseft Huub het eigenlijk? Al die mensen die ons bezoeken en schrijven en bellen, die huilen voor ons, vloeken voor ons, zijn verbijsterd voor ons, verzetten zich voor ons.

(meer)


 108

 

zaterdagnacht 28 oktober

Ik heb zelf ook geen idee, wat dit met mij gaat doen. We zijn gewoon gevangen door wat ons overkomt, in de greep van. We hebben ons maar te onderwerpen aan het onbarmhartige regime van de kanker.

(meer)


 107

 

zaterdagavond 28 oktober

We praatten vanavond met onze vriend ook over de intensiteit van deze weken voor ons. Over hoe het toch komt dat je als 'veilig' levende mensen die intensiteit zelden ervaart.

(meer)


 106

 

zaterdagavond 28 oktober

's Avonds een oude vriend op visite. Hij was lang onze burgemeester. Hij en Huub hebben het over al die rollen die we spelen.

(meer)


 105

 

zaterdag 28 oktober

Als ze maar geen lawaai meer maken in de straat. Ik klap echt bijna. Ik kan dit echt niet aan. Op zulke momenten merk ik dat mijn zenuwen al tot het uiterste gespannen zijn en dit er gewoon echt niet meer bij kunnen hebben. De overburen hebben geen idee van wat ze hier aanrichten.

(meer)


 104

 

zaterdag 28 oktober

Terwijl de architect er is, komt onaangekondigd en onuitgenodigd ook een andere vriend. Die hoorde van Huub's ziek zijn en is stante pede in de auto gestapt. "Laat maar doorkomen", zegt Huub.

(meer)


 103

 

zaterdag 28 oktober

Ik schijn hem ergens middenin de nacht als vanouds wakker gesnurkt te hebben. Heb hem blijkbaar oordopjes gegeven en nu ligt hij zelf nog luidkeels te snurken. Ik ben ergens wakker van geschrokken, het is heel vroeg.

(meer)


 102

 

vrijdagnacht 27 oktober

Hij wil niet meer dat ik de kamer uitga of buiten zijn gehoorsafstand ben als hij wakker is. Zijn stem is bijna weg. Zijn stem is voor mij een belangrijke graadmeter. De kracht is eruit. We fluisteren, ik fluister van de weeromstuit al mee. Maar wat we fluisteren is van een enorme schoonheid en rust. Is heel intiem. Als een mantra, soms. Lief-lief-lief, mooi-mooi-mooi, samen-samen-samen.

(meer)


 101

 

vrijdagnacht 27 oktober

Huub valt in slaap. De droger wordt gebracht, met veel lawaai. Camiel helpt met het weghalen van de kapotte. Nieuwe droger geïnstalleerd. Hoop gedoe. Huub slaapt nog steeds.

(meer)


 100

 

vrijdag 27 oktober

Ik vraag Huub's vriend, een grote man die altijd bij de politie is geweest, of hij misschien tijd heeft voor mij in het winkelcentrum de nieuwe droger op te halen die ik vanochtend telefonisch heb besteld. Ja hoor, dat wil hij wel. Camiel zal meegaan om hem te helpen.

(meer)


 099

 

vrijdag 27 oktober

Nog even over de dominee, voor ik het vergeet.

(meer)


 098

 

vrijdag 27 oktober

Hij slaapt weer. Om drie uur komt weer een vriend op visite. Kort daarna krijg ik die uitvaartmeneer, waarmee ik maar aan de keukentafel ga zitten.

(meer)


 097

 

vrijdag 27 oktober

Daarna vlug wassen en daar is Axel. Ze praten samen over wat ze achterlaten, of ze letterlijk iets achterlaten na hun dood. En of dat belangrijk is.

(meer)


 096

 

vrijdag 27 oktober

Het noodlot slaat vroeg in de morgen uit onverwachte hoek toe: de wasdroger begeeft het. Helemaal, er komt rook uit. Ik ben verkouden aan het worden, heb keelpijn, ben ongesteld geworden. Het zeikt van de regen. De uitvaartman komt. Niet echt een dag om naar uit te kijken dus. Maar nu ik dit alles weet, ben ik beter gewapend. Toch? Rustig aan maar dus vandaag, Alma.

(meer)


 095

 

donderdagnacht 26 oktober

Morgen die uitvaartmeneer. Huub wil daar niet bij zijn, bij dat gesprek. Dat snap ik.

(meer)