125
woensdag 1 november
Ik wil ineens niet beneden zijn. Blij dat ik even de kamer kan verlaten en dat Huub gezelschap heeft, kruip ik boven achter de computer. Dat komt bijna niet meer voor, zomaar iets voor mezelf gaan doen.(meer)
woensdag 1 november
Ik wil ineens niet beneden zijn. Blij dat ik even de kamer kan verlaten en dat Huub gezelschap heeft, kruip ik boven achter de computer. Dat komt bijna niet meer voor, zomaar iets voor mezelf gaan doen.woensdag 1 november
De thuishulp komt. De goede. Hoort het verhaal over vannacht aan. Herkent wat Huub vertelt, over dat willen gaan lopen om jezelf te laten zien dat je nog leeft, controle hebt.woensdag 1 november
Huub wordt ook wakker. Pas om elf uur. Koffie, krant. Hij is moe. Wil niet meer wassen. Alleen verschoond en deodorant. Okay.woensdag 1 november, Allerheiligen
Vannacht maakte Huub me wakker. Hij was helemaal in paniek.dinsdagnacht 31 oktober
Als het laatste bezoek weer weg is zie ik het ineens weer heel duidelijk: als Huub niet zou sterven, zou hij misschien wel nooit die vrede hebben bereikt die hij nu heel intens ervaart.dinsdagavond 31 oktober
We eten samen wat van Bart's soep, Huub een paar hapjes dunne en gezeefde en ik dezelfde soep met inhoud. En dan komt Mieke, een van Huub's dierbaarste vriendinnen.dinsdagavond 31 oktober
Axel en zijn vrouw komen laat in de middag en Huub wil ineens sherry. Okay. Dus zitten ze als vanouds samen aan de sherry, Axel en Huub. Twee terminale kankermannen en twee aanstaande weduwvrouwen.dinsdag 31 oktober
De huisarts. Ziet het aan hier en ziet dat het goed is. Hij zal met de internist overleggen over het vochtprobleem. De benauwdheid komt van het vocht in Huub's buik dat tegen zijn diafragma drukt. Eventueel steunkousen en benen zo vaak mogelijk omhoog. Hij komt maandag weer.dinsdag 31 oktober
Een rustige nacht en we worden om halfacht allebei tegelijk wakker. Huub maar even. Hij klaagt over pijn in zijn neus. Zit ook voortdurend aan zijn neus, als hij slaapt. Gisteren had hij ineens een bloedneus. Vreemd, wat zou dat zijn geweest?maandagavond 30 oktober
Ik snijd ook het onderwerp "wanneer het allemaal te moeilijk wordt" even aan. Hij zegt niks, maar knikt. Teken dat hij daar ook mee bezig is.maandag 30 oktober
Ik werd heel vroeg wakker. Stomme wintertijd ook. Huub slaapt nog. Zijn ademhaling gaat heel moeilijk, ik zie dat goed. Ik zit een tijdje bij hem, kleed me aan, zit weer een tijdje bij hem. Het waait nog steeds geweldig buiten.zondagavond 29 oktober
Mensen uit de tweede cirkel, die al op bezoek zijn geweest, mogen vanaf nu niet nog eens komen, stel ik voor. Huub is het ermee eens.zondag 29 oktober
Een rustige en gesmeerd lopende ochtend. Huub heeft vannacht zelf een morfinezetpil genomen, zie ik. Hij moet dus erge pijn hebben gehad. En ik merkte niets, ik sliep.zaterdagnacht 28 oktober
Dit schrift, deze aangroeiende rij volgeschreven schoolschriften, is mijn behoud. Ik lees niets over, schrijf dagelijks op. Aan een stuk door, tussen alle bedrijven door. Niemand weet het of merkt het, wonderlijk genoeg. Er wordt nooit over gesproken of naar gevraagd. Mijn geheim behoud, mijn geheime hut. Het is een veilig idee geworden, te weten dat ik ergens alles heb opgeschreven. Nou ja, alles - veel.zaterdagnacht 28 oktober
De herinneringen zijn al begonnen, voor hij dood is. Aan alles wat we gedachteloos deden en wat hij allang niet meer kan: lopen, autorijden, vrijen, eten, werken, de wereld bezitten. Is allemaal al herinnering. En verdriet daarom. Maar klaar zijn we nooit.zaterdagnacht 28 oktober
Besef ik nou eigenlijk wel wat er gebeurt? Beseft Huub het eigenlijk? Al die mensen die ons bezoeken en schrijven en bellen, die huilen voor ons, vloeken voor ons, zijn verbijsterd voor ons, verzetten zich voor ons.zaterdagnacht 28 oktober
Ik heb zelf ook geen idee, wat dit met mij gaat doen. We zijn gewoon gevangen door wat ons overkomt, in de greep van. We hebben ons maar te onderwerpen aan het onbarmhartige regime van de kanker.zaterdagavond 28 oktober
We praatten vanavond met onze vriend ook over de intensiteit van deze weken voor ons. Over hoe het toch komt dat je als 'veilig' levende mensen die intensiteit zelden ervaart.zaterdagavond 28 oktober
's Avonds een oude vriend op visite. Hij was lang onze burgemeester. Hij en Huub hebben het over al die rollen die we spelen.zaterdag 28 oktober
Als ze maar geen lawaai meer maken in de straat. Ik klap echt bijna. Ik kan dit echt niet aan. Op zulke momenten merk ik dat mijn zenuwen al tot het uiterste gespannen zijn en dit er gewoon echt niet meer bij kunnen hebben. De overburen hebben geen idee van wat ze hier aanrichten.zaterdag 28 oktober
Terwijl de architect er is, komt onaangekondigd en onuitgenodigd ook een andere vriend. Die hoorde van Huub's ziek zijn en is stante pede in de auto gestapt. "Laat maar doorkomen", zegt Huub.zaterdag 28 oktober
Ik schijn hem ergens middenin de nacht als vanouds wakker gesnurkt te hebben. Heb hem blijkbaar oordopjes gegeven en nu ligt hij zelf nog luidkeels te snurken. Ik ben ergens wakker van geschrokken, het is heel vroeg.vrijdagnacht 27 oktober
Hij wil niet meer dat ik de kamer uitga of buiten zijn gehoorsafstand ben als hij wakker is. Zijn stem is bijna weg. Zijn stem is voor mij een belangrijke graadmeter. De kracht is eruit. We fluisteren, ik fluister van de weeromstuit al mee. Maar wat we fluisteren is van een enorme schoonheid en rust. Is heel intiem. Als een mantra, soms. Lief-lief-lief, mooi-mooi-mooi, samen-samen-samen.vrijdagnacht 27 oktober
Huub valt in slaap. De droger wordt gebracht, met veel lawaai. Camiel helpt met het weghalen van de kapotte. Nieuwe droger geïnstalleerd. Hoop gedoe. Huub slaapt nog steeds.vrijdag 27 oktober
Ik vraag Huub's vriend, een grote man die altijd bij de politie is geweest, of hij misschien tijd heeft voor mij in het winkelcentrum de nieuwe droger op te halen die ik vanochtend telefonisch heb besteld. Ja hoor, dat wil hij wel. Camiel zal meegaan om hem te helpen.vrijdag 27 oktober
Hij slaapt weer. Om drie uur komt weer een vriend op visite. Kort daarna krijg ik die uitvaartmeneer, waarmee ik maar aan de keukentafel ga zitten.vrijdag 27 oktober
Daarna vlug wassen en daar is Axel. Ze praten samen over wat ze achterlaten, of ze letterlijk iets achterlaten na hun dood. En of dat belangrijk is.vrijdag 27 oktober
Het noodlot slaat vroeg in de morgen uit onverwachte hoek toe: de wasdroger begeeft het. Helemaal, er komt rook uit. Ik ben verkouden aan het worden, heb keelpijn, ben ongesteld geworden. Het zeikt van de regen. De uitvaartman komt. Niet echt een dag om naar uit te kijken dus. Maar nu ik dit alles weet, ben ik beter gewapend. Toch? Rustig aan maar dus vandaag, Alma.donderdagnacht 26 oktober
Morgen die uitvaartmeneer. Huub wil daar niet bij zijn, bij dat gesprek. Dat snap ik.