157

 

dinsdagmiddag 7 november

Krijg ik dat uitgelegd - dat ik met Huub alleen wil kunnen zijn - zonder zijn zoon en zijn zus te kwetsen? Geef ik henzelf wel voldoende ruimte voor wat zij nu met hun vader en broer doormaken in hun eigen leven?

(meer)


 156

 

dinsdagmiddag 7 november

Intussen heb ik ook het probleem dat ik niemand heb voor de komende nacht. Ik zal aan Huub vragen of het voor een keertje gewoon hij en ik samen mag zijn.

(meer)


 155

 

dinsdag 7 november

Om zeven uur word ik wakker gemaakt door Bart. Die in zijn zangerig Limburgs, waar ik niet wakker genoeg voor ben, van alles tegen me begint te praten. Ik versta hem niet en moet van heel ver komen.

(meer)


 154

 

maandagnacht 6 november

Ik voel me heel blij nu. Om die rustige, diepere ademhaling van Huub. Om zijn afgeslankte buik. Om de goede zorg van de huisarts die drie keer kwam vanavond. Om de verlichting voor mijn geliefde.

(meer)


 153

 

maandagnacht 6 november

Bij het meten, in opdracht van de huisarts, van de hoeveelheid vocht vind ik onderin de emmer iets wat ik eerst aanzag voor een prop verbandgaas.

(meer)


 152

 

maandagnacht 6 november

Om halfzeven kwam de huisarts een partijtje loodgieten.

(meer)


 151

 

maandagmiddag 6 november

Even na drie uur. Huub wordt wakker en gaat plassen. De huisarts belt. Hij heeft intern overlegd en besloten om vanavond toch een ascitis(?)punctie te doen, zodat het vocht weg kan. Ik ben hier heel tevreden over. Het mag dan geen oplossing zijn, zoals hij vanmorgen nog zei, maar het is misschien wel een (tijdelijke) verlichting. En het is beter dan plaspillen per infuus. Ik ben hoopvol hierover.

(meer)


 150

 

maandag 6 november

Ik vroeg me af: zou ik zelf onder deze omstandigheden om euthanasie vragen? Vooropgesteld dat ik me kan voorstellen en kan beoordelen wat er met Huub gebeurt nu?

(meer)


 149

 

maandag 6 november

Verder maar weer. Huub pas om halftien wakker. Haalt met moeite de wc. Koffie, sigaretje half op, twee minuten naar de krant kijken.

(meer)


 148

 

zondagnacht 5 november


De morfine lacht. Geen pijn, maar ook geen besef meer. Ik weet niet wat erger is.

(meer)


 147

 

zondagavond 5 november

Als leven niet meer mag, als er zelfs geen energie meer is voor het leven, dan is lijden onverdraaglijk. En uitzichtloos. Dan is het lijden een zelfstandig, een autonoom kwaad geworden.

(meer)


 146

 

zondagavond 5 november

Woedend ben ik. Dat mijn man, die sterke, zo vervalt. Ontluisterend is het. Dat dit hem wordt aangedaan en er geen reden voor is, binnen hemzelf of mij. Dat ik erbij moet zijn, maar niets mag en kan doen, machteloos ben.

(meer)


 145

 

zondagavond 5 november

"Ik wil de schijn niet meer op hoeven houden", zegt Huub. Ik versta: "Alma, ik kan het niet meer opbrengen om voor anderen mijn 'taak' uit te voeren en sterk te zijn."
We naderen het omslagpunt, waar het negatieve het positieve gaat verdringen. Of hebben het al bereikt. Dat laatste eerder, denk ik.

(meer)


 144

 

zondagmiddag 5 november

Ik ben woedend op hem.

(meer)


 143

 

zondag 5 november

Ik heb een nieuw schrift gepakt voor mijn dagboek. Ik denk voor het eerst: in dit nieuwe schrift gaat hij dood en moet ik alleen verder. Ik blader wezenloos door de lege bladzijden. Deze bladzijde? Deze bladzijde?

(meer)


 142

 

zondag 5 november

Het wordt toch steeds moeilijker voor hem.

(meer)


 141

 

zaterdagnacht 4 november

Intussen ziet hij door de morfine steeds vaker dingen die er niet zijn. En moet ik hem telkens uitleggen dat het een vuile truc van de medicatie is.

(meer)


 140

 

zaterdagnacht 4 november

Hij ademt heel moeilijk, is heel ver weg. Ik wou maar dat hij nu los kon laten.

(meer)


 139

 

zaterdagavond 4 november

Halfacht, de bridgers arriveren. Koffie. Even daarna arriveert ook Huub's zus, ze is vandaag nachtwacht.

(meer)


 138

 

zaterdag 4 november

Huub slaapt weer. Hij wil straks echt helder zijn, want ik heb hem verteld van de bridgers die vanavond komen.

(meer)


 137

 

zaterdag 4 november

Bart is weer de hele nacht opgebleven. Waarom doet hij dat toch? Dat is de afspraak niet. We zouden om beurten waken.

(meer)


 136

 

vrijdagnacht 3 november

We hikken samen tegen deze grens aan. We voelen dat die grens er is, maar willen hem geen van beiden over. Ik heb verdriet, omdat hij intussen zijn frustraties op mij projecteert, terwijl ik zelf ook zo moe ben.

(meer)


 135

 

vrijdagnacht 3 november

Jij wilt bijvoorbeeld geen extra kruishulp, Huub. Maar je verwacht intussen wel van mij, dat ik het allemaal aankan en volhoud. Terwijl je allang niet meer weet wat ik allemaal doe en regel, terwijl je slaapt.

(meer)


 134

 

vrijdagnacht 3 november

Het zit me blijkbaar heel erg dwars, ik moet het nu maar gewoon allemaal opschrijven, dan ben ik het misschien kwijt.

(meer)


 133

 

vrijdagnacht 3 november

Waarom doet iemand dit allemaal zomaar, zonder even met mij te overleggen? Ik voel me zo gepasseerd.

(meer)


 132

 

vrijdagnacht 3 november

Hij slaapt echt uren aan een stuk. Tot Mieke en haar man op bezoek komen, vroeg in de avond. Zij wil almaar 'iets doen'. Wil voortdurend dingen van me overnemen, mij dingen uit handen nemen. Ik merk dat ik daar niet tegen kan, was er ook niet op voorbereid. Zeg dus tegen haar dat ze mij maar even met rust moet laten, mij mijn gang maar moet laten gaan. Dat zij er hoofdzakelijk is om zich met Huub bezig te houden.

(meer)


 131

 

vrijdagmiddag 3 november

Huub is op. Tot overmaat van ramp verschijnt een heel uur te vroeg een gloednieuwe kruishulp. Die drie kwartier (!) nodig heeft om een nog goedwerkend infuussysteem te vervangen. Wij vonden dat niet nodig, maar zij wel, want het staat in haar opdracht en ze duldt geen tegenspraak.

(meer)


 130

 

vrijdag 3 november

Een wat chaotische en voor mij veel te korte nacht. Ik begin een medewaker op deze manier lastig te vinden, omdat ik zelf zo toch geen rust krijg.

(meer)


 129

 

donderdag 2 november

Huub zegt dat hij er geen erge last van heeft, van de morfine. Zolang ik, zoals we hebben afgesproken, eerlijk voor hem bewaak of het echt is of hallucinatie en hem daarbij niet belazer.

(meer)


 128

 

donderdag 2 november

Daarna slaapt hij weer. De thuishulp komt en ik heb intussen van die tuttige steunkousen tegen het vocht in zijn benen geregeld. Het is wel weer een nieuwe grens.

(meer)


 127

 

donderdag 2 november, Allerzielen

Zo gaat dat wel goed, met Bart die komt waken.

(meer)


 126

 

woensdagavond 1 november

Het is vreemd, dat ik bij sommige mensen steun durf te zoeken en bij anderen niet. Als ik tevoren aan had moeten wijzen, bij wie je in zware omstandigheden de meeste steun krijgt - ik had het niet kunnen vermoeden.

(meer)